De WHO neemt aan dat het coronavirus vooral wordt overgedragen door grote druppels die verspreid worden bij hoesten, niezen en (hard) praten. Daar komt ook het advies om anderhalve meter afstand te houden uit voort.
In de brief aan de WHO hebben de wetenschappers uit 32 landen verschillende argumenten gegeven die zouden aantonen dat ook kleinere luchtdeeltjes mensen kunnen infecteren. Tot op heden is de WHO nog niet overtuigd en blijft dan ook bij de adviezen die de organisatie eerder al gaf.
Wetenschappers zijn er weliswaar niet in geslaagd het coronavirus uit aerosolen in het laboratorium te laten groeien, maar dat wil volgens Linsey Marr, expert in overdracht van virussen in de lucht, nog niet zeggen dat dat betekent dat kleine luchtdeeltjes mensen niet kunnen besmetten.
Volgens haar is het tot nu toe alleen getest met monsters uit goed geventileerde ziekenhuiskamers en wordt er in de meeste gebouwen slecht geventileerd waardoor virussen zich in de lucht kunnen ophopen. Marr denkt dat het virus het meest besmettelijk is als mensen langdurig bij elkaar in de buurt zijn. Vooral binnenshuis en in slecht geventileerde ruimtes zoals drukke cafés.