Van maart tot november zijn ze meestal actief en ze zitten niet alleen in het bos, maar kunnen ook in het park en in je eigen tuin rondwandelen: teken. Met deze zeven gouden tips verklein je de kans dat jij gebeten wordt.
- Blijf op de paden en vermijd dichte begroeiing en struikgewas.
- Draag dichte schoenen, lange mouwen en een lange broek. Stop broekspijpen in de sokken.
- Draag lichte kleding. Daarop kun je teken beter zien.
- Smeer onbedekte huid in met een middel dat DEET bevat. Dit kun je ook op de kleding spuiten.
- De natuur in geweest? Controleer jezelf altijd goed, eventueel met spiegel of vergrootglas. Goed om te weten: teken zitten het vaakst in de lies, daarna in de knieholte.
- Was de kleding op minimaal 60 graden Celsius en gebruik de droger. Dat overleven teken niet.
- Zorg dat je altijd een tekentang bij de hand hebt, zodat je een teek kunt verwijderen als hij je toch te pakken heeft gekregen.
Bron(nen):